Docent steunt straatkinderen in Bolivia:
Prachtig om te zien dat zij nu zelf met ideeën
komen en elkaar helpen


De meeste docenten hangen niet aan de grote klok wat ze in de zomervakantie uitvoeren. Rudolf Burggraaf doet dat wel: hij brengt regelmatig tijdens de weekopening verslag uit van zijn activiteiten in Bolivia. Rudolf geeft 's zomers les in La Paz en bezorgt tientallen schoenpoetsers die op straat leven wat kleur in hun grauwe bestaan. Het ontstaan van 'Happy Days'.

'In 1996 maakte ik een rondreis door Peru en Bolivia', vertelt Rudolf Burggraaf (31), docent wis- en natuurkunde sinds '95. 'in La Paz heb ik een cursus Spaans gevolgd en tijdens het huiswerk maken op straat kwam ik in contact met drie schoenpoetsertjes. Ze hielpen me met Spaans en als dank heb ik ze meegenomen naar de film Twister. Dat vonden ze geweldig. We zijn blijven schrijven en maanden later hadden ze het nog steeds over die film. Het bleek echt een hoogtepunt te zijn in hun uitzichtloze bestaan.' Rudolf legt uit dat in het arme Bolivia veel kinderen op straat leven om de thuissituatie te ontvluchten. Dit zijn voornamelijk jongens, want meisjes werken meestal in de huishouding.
Sommige jongens komen uit grote gezinnen waar ze weinig te eten krijgen en hard moeten werken, anderen hebben geen ouders meer. Het grootste probleem is echter het excessieve geweld dat daar in zeker vier op de vijf gezinnen voorkomt. 'De kinderen hebben het daar liever niet over, ook onderling niet,' weet Rudolf, 'ik kan de situatie in gezinnen natuurlijk niet veranderen. Maar ik merkte dat het organiseren van iets leuks, iets ontspannends hen zo ontzettend goed doet, dat ik dat vaker wilde gaan doen. Toen ik van anderen steeds meer financiële steun kreeg daarvoor, heb ik besloten een officiële stichting op te richten: Happy Days.'

Niet alleen uitstapjes
'Ik geef nu elke zomervakantie gratis les in La Paz op een school voor voortgezet onderwijs en op een lerarenopleiding, in wis- en natuurkunde, Engels en een beetje muziek. In die periode organiseer ik van alles voor tientallen straatkinderen. Zo'n 75 ken ik er inmiddels. Voor een deel zijn het leuke uitstapjes: met vijftien tot twintig kinderen naar de dierentuin, het circus, het zwembad,
naar een ruine of een dagje de bergen in. Daarnaast probeer ik ook structurele voorzieningen te regelen. Ze zijn gek op voetballen, nu mogen ze een voetbalveld gebruiken bij de universiteit, er is daar iemand die voor drinken zorgt en ze mogen er onder de douche. Want ze vinden het vervelend om er altijd smerig bij te lopen. En er zijn kinderen die naar school willen. Meestal hebben ze wel basiskennis van schrijven en rekenen, dus het gaat om voortgezet onderwijs. Zo'n jongen mag nu voor de helft van de prijs naar school en vanuit Happy Days reserveren we dan genoeg geld om die jongen zijn school te laten afmaken.
Hoe gaat het met de activiteiten in de maanden waarin Rudolf in Nederland is? 'Er wordt dan minder georganiseerd voor ze, maar het meeste gaat door. ik heb twee goede vrienden, een Nederlander en een Boliviaanse, waar de straatkinderen naartoe gaan als ze iets willen. Die vrienden zorgen samen met de drie jongens die ik in '96 heb ontmoet dat de projecten doorlopen. Via e-mail word ik op de hoogte gehouden. Alle initiatieven komen nu van de jongens zelf. Soms gaat het om vrij simpele dingen. Er kwamen in een groep twee kinderen die hun broertje verloren hadden. Het is gebruikelijk met Allerheiligen de overledenen te herdenken en dat wilden die jongens ook graag doen. Toen heeft de groep, met hulp van mijn vrienden, ervoor gezorgd dat ze ergens broodjes konden bakken, volgens gebruik, en naar het graf konden gaan. Vorig jaar hebben ze ook een groots opgezet voetbaltoernooi gehouden op straat, dat hadden ze helemaal zelf georganiseerd'.

'Als de jongens af en toe wat ontspanning hebben, kunnen ze ook over hun toekomst gaan nadenken. Sommigen gaan een baantje zoeken bij een garage of zo. Eén jongen is met onze steun op voetballen gegaan en na drie jaar is hij professioneel voetballer geworden. Dat is niet voor iedereen weggelegd, maar het is natuurlijk prachtig!
Vorig jaar viel het me ook op dat ze uit zichzelf meer leuke dingen ondernemen en dat de groepjes waarin ze leven hechter worden. Als ze bijvoorbeeld geld van iemand tegoed hebben of ze moeten voor hun schoenpoetsvergunning naar de gemeente, dan gaan ze daar samen op af. Ze zorgen goed voor elkaar, hoor. Vorig jaar waren er twee hele jonge kinderen, van vier en vijf jaar. in een groep waarmee ik op stap zou gaan. ik vroeg me af of ik wel genoeg op hen kon passen. "Nee", zeiden wat ouderen, "dat doen wij wel". Ze letten op de kleintjes en '
houden in de gaten dat die hun kleren af en toe wassen enzo.

Respect
'Je moet niet uitvlakken dat de meesten al vijf of tien jaar voor zichzelf zorgen. Ze verdienen hun eten bij elkaar met schoenpoetsen, kleren krijgen ze soms van vaste klanten en ook wel van voetballers. Wij zouden het niet overleven op die manier. Het is dan ook niet uit medelijden maar uit respect voor die jongens dat ik Happy Days heb opgericht. Het geld dat de stichting binnenkrijgt wordt voor honderd procent besteed aan de schoenpoetsers. Mijn reis en verblijf betaal ik zelf, zo hoef ik me daarover ook niet te verantwoorden aan anderen. Ik ben blij met elke gulden die binnenkomt. De opbrengst van de collecte op school gaat naar Happy Days, dat is elke week ongeveer 150 gulden. En af en toe organiseren anderen een evenement ten bate van de stichting, zoals vorige zomer een basisschool in Harmelen en binnenkort een soort Rotary-club in Utrecht. Het is het mooiste als donateurs regelmatig wat overmaken; ook al is het maar een klein bedrag, dan weten we dat we daarop kunnen rekenen.'

Kost het niet teveel energie om je hele vakantie op deze manier te besteden? Rudolf: 'Het kost wel energie, maar ik blijf er lang, ik heb er vrienden. Het is bijna alsof ik daar woon. Dus ik rust ook uit. Telefoon of post heb ik daar niet. Bovendien vind ik het heel leuk om met die jongeren op te trekken. De omgeving is schitterend, er ligt sneeuw op de bergtoppen en in de stad is het heel schoon. Het waait er altijd, de Bolivianen pretenderen de schoonste lucht te hebben. In de zomer is het daar winter. De eerste week als ik kom is het nog wintervakantie. Dan kan ik mooi even wennen aan de kou. De tweede week begin ik met lesgeven.'

Groot feest
'Dit jaar ga ik behalve in de zomer ook met kerst. Ik ben namelijk van plan een groot leest te organiseren rond de eeuwwisseling. Ik wil zo'n vijftig kinderen een hele week meenemen naar een plek buiten de stad. Mogelijk kunnen we in een schooltje verblijven, want het is dan toch zomervakantie. Het is 's zomers lekker weer, rond de 22 graden, om spelletjes te doen en te wandelen. We kunnen samen voor een diner zorgen, een aantal leert zelf koken en wie dat wil, kan mee naar de nachtmis of gewoon een keer niets doen. Ik krijg van school een extra week vakantie en hoop dat ik deze zomer zoveel mogelijk kan rondkrijgen voor dat feest aan het eind van het jaar.'